''Het kan geen toeval zijn''

Door Lex Bohlmeijer

Op de campus van de Erasmus Universiteit, Tinbergen Building, vijfde etage. De functionele werkkamer van een academicus. Met uitzicht op het groen van Kralingen. Op tafel ligt een Japans boek. Davy Pieters, regisseur, en Jos de Mul, hoogleraar wijsgerige antropologie, steken meteen van wal in een geanimeerd gesprek over China. Maar we zouden het toch hebben over toeval? O ja.

“Wisten jullie dat ik mijn oratie heb gehouden over toeval?” Nee dat wisten we eerlijk gezegd niet. “In 1992 was er op deze leerstoel al een nieuwe hoogleraar benoemd, een oud-docent van mij uit Utrecht, die ik bijzonder waardeerde. Maar omstreeks dezelfde tijd werd zijn vrouw getroffen door dementia praecox. Hij vroeg om uitstel van zijn aanstelling. Van uitstel kwam afstel.” Het maakte de ruimte vrij voor … Jos de Mul, die net cum laude was gepromoveerd.

Veel belangrijke gebeurtenissen komen door de deur van het toeval ons leven binnenvallen. Het kan de tegenligger op de verkeerde weghelft zijn. Of het missen van een trein, waardoor je de liefde van je leven tegenkomt. Als het allemaal toeval is, wat is daar dan onverdraaglijk aan?

  ''Toeval bestaat niet, zeggen ze. Nee, maar we zijn er wel aan overgeleverd.''

De Mul schreef er een boek over: De domesticatie van het noodlot. Wij willen zin geven aan noodlottige toevalligheden. Hij citeert Nietzsche: cultuur is niets anders dan een strategie om het toeval te beteugelen. En elke cultuur doet dat weer anders. Als een kind sterft, zegt het christendom: God heeft er een bedoeling mee. Dat biedt troost. In de Griekse tragedies klinkt door dat je het noodlot moet dragen, ja zelfs liefhebben (amor fati). In de moderne tijd proberen we het lot in eigen hand te nemen, het noodlot te bedwingen. Door middel van de technologie.

Terwijl De Mul door de geschiedenis heen raast, schiet mij (toevallig) de column van schrijver/dichter Marjoleine de Vos te binnen die ik een dag eerder las. Zij citeert uit een interview met de Israëlische filmregisseur Samuel Maoz. “Ik dwong mijn dochter in 1994 de bus naar school te nemen in plaats van een dure taxi. Waarna ik op de radio hoorde dat haar bus, lijn 5, door een zelfmoordterrorist was opgeblazen. Pas een uur later wist ik dat zij die bus had gemist. Achteraf vroeg ik me af: wat kan ik hiervan leren? Het antwoord is: niks. Veel dingen onttrekken zich gewoon aan je controle.”

Misschien is dit wel een mooie manier om het toeval te nemen: dat wat je toevalt.

 De Mul pleit voor een tragisch besef. Leer ermee omgaan. Met mate wel, want er is een grens aan ons vermogen om tragiek te dragen.

 De fascinatie van Davy Pieters voor het toeval heeft alles te maken met creativiteit. Als we het leven steeds meer willen controleren, dan willen we het toeval eigenlijk ensceneren, toch? Kan je dat ook in een voorstelling? Dat is de droom van de maker: de code van het toeval kraken! Een onmogelijke opdracht.

 

Als regisseur is zij er eigenlijk altijd mee bezig: een situatie zo vorm geven dat je als vanzelf min of meer toevallig stuit op dat ene briljante idee dat je nodig hebt. Volgens De Mul ontstaat creativiteit als je iets bekends verplaatst naar een onbekend domein. Uitvindingen gebeuren in de wetenschap vaak door mensen die juist net niet zijn opgeleid in dat specifieke vak. Dan valt het dus toch te organiseren: het contingente (dat wat mogelijk is maar niet noodzakelijk). Pieters: “Er is zoveel plastic in de oceaan. Nu hebben ze toevallig in een prullenbak een enzym ontdekt dat plastic kan verteren. Als het waar is, is het geweldig. Ik zal op het toneel op zoek gaan naar het toeval. Misschien vind ik dan toevallig een ander geweldig inzicht.”

Er zijn systemen van Artificial Intelligence die creatief kunnen zijn. Wat zegt dat over toeval? Kan je in een voorstelling toeval genereren? Kunnen computers kunst maken? Ergens daar zal de vonk over moeten springen, in het spel van beheersing en toeval, de botsing van algoritme en spel.

Voor De Mul komt in onze postmoderne cultuur de houdbaarheidsdatum van onze controledwang met behulp van die technologie in zicht. Het einde van een ontwikkeling die met de moderne wetenschap en technologie begon. Probeer te begrijpen. Bouw de nodige machines. Controleer het toeval. Dat is de moderne tijd. Maar nu worden we juist op het terrein van de technologie geconfronteerd met noodlottige toevalligheden. Malaria bijvoorbeeld is succesvol bestreden. Het gevolg is wel dat veel meer kinderen blijven leven en mede daardoor hongersnoden zijn ontstaan. Want de hoeveelheid voedsel nam niet toe.

Het is niet zonder tragische ironie dat juist de technologie, waarmee we
dachten het noodlot te kunnen beheersen, het domein is geworden waar zich de grootste noodlottigheden afspelen. Nee, het valt niet uit te bannen. Zodra je dat probeert, duikt het op een andere plaats weer opduwt het zich een andere kant uit. Je kunt denken: we betalen een prijs voor onze behoefte om het toeval en het noodlot en de tragiek uit
te sluiten. Misschien is het eenvoudig zo dat het hoe dan ook ook toch altijd weer terug komt. Altijd weer. Dat is wat Freud ‘de terugkeer van het verdrongene’ heeft genoemd.